SV | En Hij zeide tot hen: Waar is uw geloof? Maar zij, bevreesd zijnde, verwonderden zich, zeggende tot elkander: Wie is toch Deze, dat Hij ook de winden en het water gebiedt, en zij zijn Hem gehoorzaam? |
Steph | ειπεν δε αυτοις που εστιν η πιστις υμων φοβηθεντες δε εθαυμασαν λεγοντες προς αλληλους τις αρα ουτος εστιν οτι και τοις ανεμοις επιτασσει και τω υδατι και υπακουουσιν αυτω |
Trans. | eipen de autois pou estin ē pistis ymōn phobēthentes de ethaumasan legontes pros allēlous tis ara outos estin oti kai tois anemois epitassei kai tō ydati kai ypakouousin autō |
En Hij zeide tot hen: Waar is uw geloof? Maar zij, bevreesd zijnde, verwonderden zich, zeggende tot elkander: Wie is toch Deze, dat Hij ook de winden en het water gebiedt, en zij zijn Hem gehoorzaam?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Hij zeide tot hen: Waar is uw geloof? Maar zij, bevreesd zijnde, verwonderden zich, zeggende tot elkander: Wie is toch Deze, dat Hij ook de winden en het water gebiedt, en zij zijn Hem gehoorzaam?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!